In het midden van de reis door mijn leven
Begin jaren zeventig staat de dan dertigjarige Jeroen Brouwers op een keerpunt in zijn schrijversleven. Zijn novelle Zonder trommels en trompetten verschijnt en wordt bejubeld, zijn huwelijk raakt op een dood spoor, en zijn vroegere geliefde pleegt zelfmoord. Brouwers gaat wonen in het door bossen omgeven huize Krekelbos.
Brouwers besluit te schrijven over wat hem het meest bezighoudt, de zelfmoord van zijn geliefde:’ Laat mij even piekeren over de vorm waarin ik dit zal doen, dat het een fragment worde van mijn eigen papieren gedenkteken’. Fragment na fragment schrijft hij in diverse schriftjes en kladblokken en bereidt zo enkele van zijn grootste werken voor Zonsopgangen boven zee en ‘De Exelse testamenten’.